Kleuters

Leren is spelen!

 

Het jonge kind leert spelenderwijs

  • Spelen is plezier
  • Spelen is spontaniteit
  • Spelen is activiteit
  • Spelen is nieuwsgierigheid
  • Spelen is bewegen, voelen, proeven en ruiken
  • Spelen is humor en opwinding
  • Spelen is samen met anderen

 

Spelen is leren!

 

Het onderwijs van het jonge kind

Het jonge kind leert het best vanuit een betekenisvolle context. Door onderwerpen en activiteiten in verschillende situaties aan te bieden, vindt de transfer plaats van kennis en vaardigheden en raakt leren in een stroomversnelling.

 

Onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt plaats in een rijke leeromgeving waar alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling aan bod kunnen komen. Een rijke leeromgeving daagt uit tot betekenisvolle leerervaringen waaronder ontluikende geletterdheid en gecijferdheid.

 

Spel is de leidende activiteit in de ontwikkeling van het jonge kind en omvat zowel motorische ontwikkeling, sociaal- emotionele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling als cognitieve ontwikkeling. Kinderen leren spelenderwijs ontwikkelen op hun tempo en niveau.

 

Thematisch werken

We werken met tien thema’s per jaar. Voor elk van die thema’s zijn de basisdoelen waaraan gewerkt wordt vastgelegd. Elk schooljaar zijn dat dezelfde doelen, ongeacht het onderwerp van het thema. Het onderwerp van ieder thema wordt elk schooljaar opnieuw besproken.

 

Schrijfdans

De kleuters krijgen schrijfdans. Dit is om met behulp van muziek, rijmpjes, spelletjes en muziek- en fantasietekeningen een vloeiend en gezond verbonden handschrift voor te bereiden door het combineren van bewegingen in de lucht en op papier. De bewegingen in de ruimte worden symmetrisch uitgevoerd, met beide handen. Schrijfdans is goed voor bewegen, coördinatie en ontwikkeling. Bovendien is schrijfdans ook heel erg leuk!

 

De kinderen van groep 1 en 2 leren o.a.:

- Rijmwoorden herkennen

- Rijmwoorden maken

- Woordstukken aan elkaar plakken

- Een woord in stukken hakken

- Luisteren naar een verhaal en antwoord geven op de wie, wat waar, vragen.

- De telrij opzeggen t/m 10 en t/m 20

- De cijfersymbolen t/m 10 en t/m 20 herkennen

- Het rekenbegrip evenveel toepassen

- Het rekenbegrip 1 meer toepassen

- Het rekenbegrip 1 minder toepassen